Landsverordening trust - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsverordening trust

Publicatienummer: P.B. 2011, no. 67, zoals laatstelijk gewijzigd bij  P.B. 2020, no. 114
Categorie: Landsverordening
Ministerie: Justitie
Datum ondertekening: 15-12-2011
Datum inwerktreding: 01-01-2012
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK I Recht)
File: Memorie van toelichting behorende bij P.B. 2020, no. 114


LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 houdende aanvulling van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek met bepalingen inzake trusts (Landsverordening trust).

ARTIKEL I

Titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:

Titel 6 Trust

Afdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 126

Deze titel laat onverlet hetgeen bepaald is in de Landsverordening toezicht trustwezen.

Artikel 127

  1. Voor de toepassing van deze titel heeft de term trust het oog op de rechtsbetrekkingen die bij rechtshandeling onder de levenden of ter zake des doods in het leven worden geroepen door een persoon, de insteller, wanneer een trustee rechthebbende op goederen is of wordt ten behoeve van een begunstigde of voor een bepaald doel.
  2. Een trust heeft de volgende kenmerken:
    a. de goederen van de trust, hierna te noemen het trustvermogen, vormen een afgescheiden vermogen en zijn geen deel van het vermogen van de trustee;
    b. de trustee is rechthebbende op het trustvermogen;
    c. de trustee heeft de bevoegdheid en de plicht, ter zake waarvan hij rekening en verantwoording schuldig is, om het trustvermogen te besturen.
  3. Het is niet noodzakelijkerwijs onverenigbaar met het bestaan van een trust dat de insteller zich bepaalde rechten en bevoegdheden heeft voorbehouden of dat de trustee bepaalde rechten als begunstigde heeft.
  4. Op de verkrijging door de trustee van het trustvermogen, anders dan door opvolging of toetreding als bedoeld in artikel 145, eerste lid, is afdeling 2 van titel 4 van toepassing. Dit geldt ook indien de insteller de trustee zal zijn.

Artikel 128

Een rechtshandeling waarbij de trustee goederen heeft verkregen, met inbegrip van een verklaring van de insteller waarbij deze zelf trustee wordt ten aanzien van de goederen, kan slechts door een rechterlijke uitspraak worden vernietigd.

Artikel 129

  1. Waar in deze titel wordt gesproken van een notariële akte, wordt daaronder verstaan een akte verleden door of ten overstaan van een Curaçaose notaris. Een volmacht tot medewerking aan de akte moet schriftelijk zijn verleend.
  2. De akte wordt verleden in de taal die de insteller kiest, mits de notaris deze taal verstaat. Is de taal een andere dan het Papiaments of de Nederlandse, Engelse of Spaanse taal, dan wordt een door een beëdigd vertaler ondertekende Nederlandse vertaling aan de akte gehecht.

Afdeling 2 Instelling van de trust

Artikel 130

  1. De instelling van de trust geschiedt bij notariële akte, een uiterste wil bij notariële akte daaronder begrepen.
  2. Een trust ontstaat niet bij het ontbreken van een door de notaris ondertekende akte. Het ontbreken van kracht van authenticiteit aan een door een notaris ondertekende akte verhindert het ontstaan van de trust niet, tenzij het gaat om een uiterste wilsbeschikking.
  3. De trustakte bevat de trustbepalingen, die tenminste inhouden:
    a. de aanwijzing van een begunstigde of een bepaald doel;
    b. de benoeming van tenminste één binnen Curaçao wonende of gevestigde trustee en de aanvaarding van die benoeming;
    c. een voorziening ter verzekering dat niet een binnen Curaçao wonende of gevestigde trustee komt te ontbreken;
    d. de omschrijving van het trustvermogen;
    e. de benaming van de trust, met het woord trust als onderdeel daarvan.
  4. De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten kan ontheffing verlenen van het in het derde lid, onderdelen b en c, besloten voorschrift. De Bank kan aan de ontheffing voorwaarden verbinden.
  5. Het doel mag niet in strijd zijn met dwingende wetsbepalingen, de goede zeden of de openbare orde.

Artikel 131

Indien aan een trust gebreken kleven, kan de rechter in eerste aanleg, op verzoek van de insteller, een andere belanghebbende of het openbaar ministerie, de als trustee fungerende persoon veroordelen tot het verrichten van hetgeen nodig is voor de geldige instelling van de trust, daaronder begrepen de aanpassing van de trustakte.

Artikel 132

  1. Wijziging van de trustbepalingen en herroeping van de trust zijn slechts mogelijk onder de omstandigheden vermeld en door een persoon daartoe aangewezen in de trustakte.
  2. Zodanige wijziging of herroeping geschiedt bij notariële akte.

Artikel 133

  1. Indien door onvoorziene omstandigheden aan de kennelijke bedoeling van de insteller in een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbare mate afbreuk wordt gedaan, kan de rechter in eerste aanleg, op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie, de trustbepalingen buiten toepassing laten of deze wijzigen. Aan een wijziging kan geheel of gedeeltelijk terugwerkende kracht worden verleend.
  2. Nadat een beschikking waarbij de trustbepalingen zijn gewijzigd in kracht van gewijsde is gegaan, zendt de griffier van het college waar de procedure laatstelijk aanhangig was, een afschrift van de beschikking aan de Kamer van Koophandel, ter in¬schrijving in het handelsregister van de datum van de beschikking en, voorzover vereist, van de gewijzigde gegevens.

Afdeling 3 De trustee

Artikel 134

  1. Zowel handelingsbekwame natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen rechtsgeldig als trustee fungeren.
  2. De insteller kan trustee zijn.
  3. De trustee kan niet de enige begunstigde zijn.
  4. De trustee kan evenmin protector zijn als bedoeld in afdeling 4. Een protector die een benoeming tot trustee aanvaardt houdt op protector te zijn.

Artikel 135

  1. De trustee is verplicht het trustvermogen in overeenstemming met de wet en de bepalingen van de trustakte te besturen en zijn bevoegdheden in overeenstemming met de aard van het trustvermogen en met de zorgvuldigheid die uit zijn vertrouwenspositie voortvloeit uit te oefenen.
  2. De trustee is verplicht het trustvermogen te verzekeren tegen gevaren waartegen het gebruikelijk is een verzekering te sluiten. In ieder geval is de trustee, indien een gebouw tot het trustvermogen behoort, verplicht dit tegen brand te verzekeren.

Artikel 136

  1. Met betrekking tot een tot het trustvermogen behorend goed ter zake waarvan inschrijvingen kunnen plaatsvinden in een ingevolge de wet gehouden register, kan de trustee verlangen dat een inschrijving geschiedt op zijn naam en in zijn hoedanigheid van trustee, of op een zodanige andere wijze dat van het bestaan van de trust blijkt.
  2. Tenzij in de trustakte anders is bepaald, moet de trustee het bestaan van het trustverband doen inschrijven:
    a. in de openbare registers, bedoeld in titel 1, afdeling 2, voor zover het trustvermogen bestaat uit registergoederen;
    b. in het register van aandeelhouders, voor zover het trustvermogen bestaat uit aandelen op naam in een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap;
    c. in het handelsregister, voor zover het trustvermogen bestaat uit een onderneming of een aandeel van een volledig aansprakelijke vennoot in een openbare vennootschap.
  3. Tenzij in de trustakte anders is bepaald of zulks naar verkeersopvattingen niet van de trustee kan worden gevergd, dan wel naar het toepasselijke recht onmogelijk of verboden is, moet de trustee aan zijn wederpartij kenbaar maken dat hij handelt in zijn hoedanigheid van trustee. Is aan de wederpartij kenbaar dat de trustee handelt in zijn hoedanigheid, dan is geen verhaal mogelijk op het niet aan de trust onderworpen vermogen van de trustee, tenzij de trustee de verplichtingen die voor hem uit de trust voortvloeien heeft geschonden.

Artikel 137

  1. De trustee is verplicht het trustvermogen afgescheiden te houden van een ander trustvermogen en van zijn niet aan een trust onderworpen vermogen.
  2. De trustee is verplicht binnen Curaçao van elk trustvermogen een zodanige afzonderlijke administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de samenstelling, de inkomsten en uitgaven van elk trustvermogen uit de administratie zijn vast te stellen. De administratie van beleggingstrusts kan ook buiten Curaçao worden gevoerd.
  3. Tenzij in de trustakte anders is bepaald, is de trustee verplicht jaarlijks, alsmede bij het einde van de trust, aan de begunstigde rekening en verantwoording af te leggen over zijn bestuur. Daarbij wordt uitdrukkelijk melding gemaakt van rechtshandelingen waarbij een trustee of protector een tegenstrijdig eigen belang had.
  4. De trustee is verplicht op verzoek van het openbaar ministerie inlichtingen te verschaffen die nodig zijn voor de uitoefening van diens uit deze titel voortvloeiende taken.

Artikel 138

Indien meerdere trustees in functie zijn, richten hun bevoegdheden zich naar hetgeen in titel 7 voor deelgenoten is bepaald, tenzij uit de trustakte anders voortvloeit.

Artikel 139

  1. De trustee is onder meer bevoegd tot:
    a. vervreemding, belegging en herbelegging van het trustvermogen;
    b. uitkering van het zuiver inkomen of accumulatie voor ten hoogste vijf jaren;
    c. beëindiging of opschorting van uitkeringen ter voorziening in de kosten van levensonderhoud en studie, voorzover die uitkeringen feitelijk voor een ander doel gebruikt worden;
    d. beëindiging van uitkeringen indien een begunstigde, in strijd met een daartoe strekkend verbod in de trustakte, zijn belang in de trust heeft vervreemd, bezwaard of belast;
    e. het op verzoek van de insteller, de protector of derden doen van uitkeringen aan niet in de trustakte genoemde personen of ten behoeve van niet in de trustakte genoemde doelen, mits deze uitkeringen niet onverenigbaar zijn met de trustbepalingen;
    f. raadpleging van adviseurs in verband met de uitoefening van zijn taak.
  2. Het verlenen van een volmacht is slechts toegestaan in de vorm van een bijzondere volmacht van beperkte duur.
  3. Rechtshandelingen met betrekking tot het trustvermogen waarbij een trustee een tegenstrijdig belang heeft, kunnen slechts worden aangegaan met medewerking van alle overige trustees en met toestemming van alle protectors. Bij ontbreken van een protector is toestemming van de rechter in eerste aanleg vereist. Wordt de in de eerste volzin bedoelde medewerking of toestemming zonder redelijke grond geweigerd of verklaart men zich niet, dan kan de medewerking of toestemming, op verzoek van de trustee, worden vervangen door een machtiging van de rechter in eerste aanleg.
  4. In de trustakte kan van het eerste tot en met derde lid worden afgeweken.

Artikel 140

  1. In de trustakte kan de beschikkingsbevoegdheid van de trustee met betrekking tot het trustvermogen of bepaalde tot het trustvermogen behorende goederen worden beperkt. Een zodanige bepaling staat aan executie door schuldeisers niet in de weg. Indien in de trustakte is bepaald dat beschikking niet zonder toestemming van één of meer in de trustakte genoemde personen kan geschieden en die personen de vereiste toestemming zonder redelijke grond weigeren of zich niet verklaren, kan de toestemming op verzoek van de trustee worden vervangen door een machtiging van de rechter in eerste aanleg.
  2. De in het eerste lid bedoelde beschikkingsonbevoegdheid kan slechts worden tegengeworpen aan een verkrijger die haar kende.
  3. De beschikkingsonbevoegdheid kan ook worden tegengeworpen aan een verkrijger die haar niet kende, maar die om niet verkreeg, tenzij en voor zover deze aantoont dat hij ten tijde dat de beschikkingsonbevoegdheid hem bekend werd, door de verkrijging niet gebaat was.
  4. Bekendheid met het bestaan van het trustverband impliceert bekendheid met de beschikkingsonbevoegdheid indien deze is ingeschreven in het handelsregister, tenzij de beschikkingsonbevoegdheid zo ongebruikelijk is dat de verkrijger haar daarin niet behoefde te verwachten.
  5. Met betrekking tot registergoederen impliceert inschrijving van het trustverband in de openbare registers, bedoeld in titel 1, afdeling 2, bekendheid met het bestaan van het trustverband.

Artikel 141

Een trustee kan als zodanig in rechte optreden en verschijnen voor een notaris of voor enig persoon die handelt in de uitoefening van een openbare functie.

Artikel 142

Tenzij de beloning van de trustee in de trustakte anders is geregeld, komt aan de trustee of de gezamenlijke trustees vijf procent van het zuiver inkomen uit het trustvermogen toe, met een minimum van NAF. 1.000, per jaar. Dit minimum kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden gewijzigd telkens wanneer de prijsontwikkeling daartoe aanleiding geeft.

Artikel 143

  1. De trustee is aansprakelijk, indien hij in de zorg van een goed trustee tekortschiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.
  2. Indien meer dan één trustee in functie is, is elk hunner hoofdelijk aansprakelijk. Niet aansprakelijk is evenwel de trustee die bewijst dat het desbetreffende feit aan hem niet te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
  3. Aansprakelijkheid voor schade ten gevolge van opzet of bewuste roekeloosheid kan noch in de trustakte, noch op enige andere wijze worden beperkt of uitgesloten.
  4. Indien het trustvermogen is benadeeld, kan de vordering worden ingesteld door elke mede-trustee. De vordering kan, tenzij in de trustakte anders is bepaald, ook worden ingesteld door een protector of begunstigde, met dien verstande dat de schadevergoeding zo spoedig mogelijk wordt afgedragen aan een trustee, die niet is de trustee die zijn verplichtingen heeft geschonden.

Artikel 144

  1. Voor zover in de trustakte niet anders is bepaald, kan de trustee zijn taak slechts neerleggen zonder dat zulks onnodige schade voor de begunstigde of het trustvermogen veroorzaakt.
  2. De trustee kan door de protector of, op verzoek van in de trustakte daartoe aangewezen personen of het openbaar ministerie, door de rechter in eerste aanleg worden geschorst.
  3. Indien in geval van schorsing niet binnen vier weken wordt overgegaan tot het instellen van een onderzoek naar de omstandigheden die tot de schorsing hebben geleid, vervalt de schorsing.
  4. Op verzoek van de protector, het openbaar ministerie of, tenzij in de trustakte anders is bepaald, de insteller of begunstigde, dan wel andere in de trustakte daartoe aangewezen personen kan de trustee door de rechter in eerste aanleg worden ontslagen.
  5. In de trustakte kan worden bepaald dat de insteller of de protector naar eigen goeddunken de trustee kan ontslaan en al dan niet vervangen.
  6. De trustee verliest voorts zijn hoedanigheid van trustee door zijn dood, zijn faillietverklaring, zijn ondercuratelestelling of door de instelling van een bewind, bedoeld in titel 19 van Boek 1, over één of meer van zijn goederen, dan wel, rechtspersoon zijnde, door een besluit tot ontbinding.
  7. Indien, ondanks de voorziening ter zake in de trustakte, een binnen Curaçao wonende of gevestigde trustee komt te ontbreken, benoemt de rechter in eerste aanleg deze, op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie, dan wel ambtshalve.

Artikel 145

  1. Een opvolgende of toetredende trustee verkrijgt van rechtswege het trustvermogen of een aandeel daarin onder algemene titel. Ontbrak op enig moment een trustee, dan wordt de opvolgende trustee geacht rechthebbende te zijn vanaf het tijdstip van defungeren van de laatste trustee.
  2. Voorzover tot het trustvermogen goederen behoren, ten aanzien waarvan in enig register of bij enige autoriteit gegevens zijn vastgelegd, is de opvolgende trustee verplicht, onverwijld van de rechtsovergang te doen blijken.
  3. Een opvolgende trustee is verplicht tot openbaarmaking van de op hem betrekking hebbende gegevens, voorzover zulks vereist is en niet op grond van artikel 161 mocht zijn geschied.

Artikel 146

  1. De defungerende trustee is verplicht aan de opvolgende trustee rekening en verantwoording af te leggen, alsmede aan hem de op het trustvermogen betrekking hebbende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers af te geven.
  2. De defungerende trustee is voorts verplicht tot het afgeven aan de opvolgende trustee van volmachten, verklaringen, titelbewijzen en documenten die in enig rechtstelsel verband houden met de rechtsovergang. Voorzover de defungerende trustee zelf daarbij belang behoudt, is hij slechts verplicht om aan de opvolgende trustee op diens verlangen en op dienst kosten een afschrift of uittreksel af te geven.
  3. Ingeval van overlijden van een trustee rusten de in het eerste en tweede lid genoemde verplichtingen op diens erfgenamen. Ingeval ten aanzien van een trustee, rechtspersoon zijnde, een besluit tot ontbinding is genomen, rusten die verplichtingen op degene die met de vereffening is belast.

Afdeling 4 De protector

Artikel 147

  1. In de trustakte kan worden bepaald dat, en onder welke voorwaarden, er één of meer protectors zullen zijn.
  2. Indien benoeming van een protector mogelijk is, dient tevens te worden bepaald wie tot benoeming bevoegd is.
  3. Benoeming van een protector door een trustee is nietig. Een voordracht tot benoeming van een protector door een trustee is niet bindend.

Artikel 148

  1. Zowel handelingsbekwame natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen als protector fungeren.
  2. De protector kan niet de enige begunstigde zijn.
  3. De protector kan evenmin trustee zijn. Een trustee die een benoeming tot protector aanvaardt houdt op trustee te zijn. Een trustee kan geen benoeming tot protector aanvaarden indien daardoor een binnen Curaçao wonende of gevestigde trustee zou komen te ontbreken.

Artikel 149

  1. De protector is verplicht, met de zorgvuldigheid die uit de vertrouwenspositie van protector voortvloeit, de trustee met raad terzijde te staan, toezicht te houden op de trustee en zonodig over te gaan tot schorsing van de trustee of tot het nemen van andere in de trustakte omschreven maatregelen.
  2. De protector is verplicht zodanige andere taken te verrichten als hem bij zijn benoeming mochten zijn toevertrouwd, welke taken echter, afgezien van het verlenen of onthouden van zijn goedkeuring of toestemming, niet mogen inhouden de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die naar hun aard binnen de bevoegdheid van de trustee vallen.
  3. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, is de protector verplicht bij zijn aftreden een opvolger te benoemen.

Artikel 150

  1. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, dient, indien meerdere protectors in functie zijn, een vereiste toestemming of medewerking verleend te worden door de meerderheid van de protectors, waarbij zoveel protectors als in de omstandigheden redelijkerwijs mogelijk in de besluitvorming zijn betrokken.
  2. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, kan de protector in verband met de uitoefening van zijn taak adviseurs raadplegen.
  3. Het verlenen van een volmacht is slechts mogelijk aan een mede-protector, in de vorm van een bijzondere volmacht van beperkte duur.
  4. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, geldt de protector als belanghebbende in de zin van deze titel.
  5. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, kunnen rechtshandelingen met betrekking tot het trustvermogen waarbij een protector een tegenstrijdig belang heeft, slechts worden aangegaan met medewerking van alle trustees en met toestemming van alle overige protectors. Wordt de in de eerste volzin bedoelde medewerking of toestemming zonder redelijke grond geweigerd of verklaart men zich niet, dan kan de medewerking of toestemming, op verzoek van een trustee, worden vervangen door een machtiging van de rechter in eerste aanleg.

Artikel 151

  1. De protector is aansprakelijk, indien hij in de zorg van een goed protector tekortschiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.
  2. Indien meer dan één protector in functie is, is elk hunner hoofdelijk aansprakelijk. Niet aansprakelijk is evenwel de protector die bewijst, dat het desbetreffende feit aan hem niet te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
  3. Aansprakelijkheid voor schade ten gevolge van opzet of bewuste roekeloosheid kan noch in de trustakte, noch op enige andere wijze worden beperkt of uitgesloten.
  4. Indien het trustvermogen is benadeeld, kan de vordering worden ingesteld door elke trustee. De vordering kan, tenzij in de trustakte anders is bepaald, ook worden ingesteld door een mede-protector of begunstigde, met dien verstande dat de schadevergoeding zo spoedig mogelijk wordt afgedragen aan de trustee of trustees.

Artikel 152

  1. Voor zover in de trustakte niet anders is bepaald, kan de protector zijn taak slechts neerleggen zonder dat zulks onnodige schade voor de begunstigde of het trustvermogen veroorzaakt.
  2. Op verzoek van een mede-protector, het openbaar ministerie of, tenzij in de trustakte anders is bepaald, de insteller of begunstigde, dan wel andere in de trustakte daartoe aangewezen personen kan een protector door de rechter in eerste aanleg worden ontslagen.
  3. In de trustakte kan worden bepaald dat de insteller naar eigen goeddunken de protector kan ontslaan en al dan niet vervangen en dat deze bevoegdheid na de dood van de insteller overgaat op een andere aangewezen persoon.
  4. De protector verliest voorts zijn hoedanigheid van protector door zijn dood, zijn faillietverklaring, zijn ondercuratelestelling of door de instelling van een bewind, bedoeld in titel 19 van Boek 1, over één of meer van zijn goederen, dan wel, rechtspersoon zijnde, door een besluit tot ontbinding.
  5. Ingeval een afgetreden of overleden protector heeft nagelaten een opvolger te benoemen, zal bij gebreke van voorziening in de trustakte, de nog in functie zijnde protector een opvolgende protector benoemen. Indien geen andere protector in functie is, zal de rechter in eerste aanleg, op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie, dan wel ambtshalve, een opvolgende protector benoemen.

Afdeling 5 De begunstigde

Artikel 153

  1. Nog niet bestaande natuurlijke personen of rechtspersonen, mits voldoende bepaalbaar, kunnen ook begunstigde zijn.
  2. De insteller kan zichzelf als begunstigde aanwijzen.
  3. Is de aanwijzing van de begunstigde onherroepelijk en jegens de begunstigde om niet, dan geldt zij als aanvaard, indien zij ter kennis van de begunstigde is gekomen en door deze niet onverwijld is afgewezen.

Artikel 154

  1. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald of door de trustee niet tot accumulatie is besloten, komt jaarlijks het zuiver inkomen uit het trustvermogen toe aan de begunstigde of het bepaalde doel.
  2. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, is de begunstigde bevoegd om over zijn rechten en bevoegdheden in de trust te beschikken, onverminderd het derde lid. De trustee geldt als degene tegen wie de desbetreffende rechten en bevoegdheden worden uitgeoefend.
  3. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, kunnen uitkeringen ter voorziening in de kosten van levensonderhoud en studie niet feitelijk gebruikt worden voor betaling van schulden die geen verband houden met het doel waarvoor deze gedaan zijn en is de begunstigde niet bevoegd over het recht op die uitkeringen te beschikken.
  4. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, is elke begunstigde afzonderlijk bevoegd jaarlijks naar aanleiding van de afgelegde rekening en verantwoording, voor eigen rekening een onderzoek in te stellen, overlegging te verlangen van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, zich de tot het trustvermogen behorende waarden te doen tonen en de op het trustvermogen betrekking hebbende administratie te onderzoeken. Hij kan zich bij de uitoefening van deze bevoegdheden doen bijstaan door een deskundige.
  5. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de afgelegde rekening en verantwoording belangrijke onjuistheden bevat of ten aanzien van belangrijke aspecten kennelijk onvolledig is, komen de redelijk gemaakte kosten van dit onderzoek voor rekening van de trustee in zijn niet aan de trust onderworpen vermogen.

Afdeling 6 Het trustvermogen

Artikel 155

  1. Het trustvermogen is afgescheiden van het niet aan een trust onderworpen vermogen van de trustee en andere trustvermogens. Het trustvermogen strekt niet tot verhaal van de persoonlijke schulden van de trustee, maakt geen deel uit van het niet aan een trust onderworpen vermogen van de trustee in geval van diens insolventie of faillissement en maakt geen deel uit van enige huwelijksgoederengemeenschap waarin de trustee gehuwd mocht zijn, noch van zijn nalatenschap.
  2. Het trustvermogen wordt gevormd door alle goederen waarop de trustee rechthebbende is.
  3. Tenzij in de trustakte of bij de verkrijging door de trustee anders is bepaald, omvat het trustvermogen ook de goederen die geacht moeten worden in de plaats van een tot het trustvermogen behorend goed te treden, vorderingen tot vergoeding van schade daaronder begrepen, benevens de vruchten en andere voordelen die zulk een goed oplevert, zolang de vruchten niet zijn aangewend ten behoeve van de begunstigde of het bepaalde doel.

Artikel 156

  1. Indien de trustee tot het trustvermogen behorende goederen ten onrechte niet afgescheiden heeft gehouden, kan elke mede-trustee vorderen dat de goederen alsnog worden afgescheiden en aan hem worden afgestaan.
  2. Onverminderd de bescherming van derden, kunnen tot het trustvermogen behorende goederen door de trustee of een mede-trustee worden teruggevorderd in gevallen waarin de trustee deze, met schending van de verplichtingen die voor hem uit de trust voortvloeien, heeft vervreemd. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op bezwaringen en ingebruikgevingen van tot het trustvermogen behorende goederen.
  3. De bevoegdheden van het eerste en tweede lid komen, tenzij in de trustakte anders is bepaald, ook toe aan een protector of begunstigde, met dien verstande dat de goederen zo spoedig mogelijk worden afgedragen aan een trustee, die niet is de trustee die zijn verplichtingen heeft geschonden.
  4. Artikel 155, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 157

  1. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald, komen uitgaven die door de trustee en andere bevoegde personen bevoegdelijk zijn gedaan, alsmede de aan de trustee toekomende beloning, in de eerste plaats ten laste van het zuiver inkomen uit het trustvermogen en vervolgens van het trustvermogen.
  2. Voorzover in de trustakte niet anders is bepaald dient, voor de toepassing van deze titel onder zuiver inkomen te worden verstaan de algebraïsche som van hetgeen in geld of geldswaarde zuiver genoten wordt als opbrengst van onroerende zaken en de rechten waaraan deze zijn onderworpen, roerend kapitaal en rechten op periodieke uitkeringen als bedoeld in de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943.

Artikel 158

In de trustakte kunnen een of meer personen worden aangewezen die ter bescherming van het trustvermogen, onder de in de trustakte omschreven omstandigheden, bevoegd zijn tot het nemen van daarin aangeduide maatregelen.

Afdeling 7 Het einde van de trust

Artikel 159

  1. De trust eindigt:
    a. door de vervulling van een in de trustakte opgenomen ontbindende voorwaarde, door het bereiken van het doel waarvoor de trust in het leven is geroepen zonder dat de trustakte daarvoor een voorziening bevat of door het verloop van de tijd waarvoor de trust is ingesteld;
    b. bij het geheel ontbreken van trustvermogen, indien niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd verandering komt;
    c. indien er geen begunstigden meer zijn of deze allen schriftelijk afstand van hun aanspraken hebben gedaan;
    d. zodra de enige trustee de enige begunstigde wordt; of
    e. door ontbinding van de trust door de rechter in eerste aanleg, op verzoek van het openbaar ministerie, op de grond dat aan de trust gebreken kleven of in het belang van de openbare orde.
  2. Nadat een rechterlijke beschikking waarbij de trust is ontbonden in kracht van gewijsde is gegaan, zendt de griffier van het college waar de procedure laatstelijk aanhangig was, een afschrift van de beschik¬king aan de Kamer van Koophandel ter in¬schrijving van de ontbinding in het handelsregister.
  3. De rechter kan in de in het tweede lid bedoelde beschikking op verzoek van een belanghebbende dan wel ambtshalve een vereffenaar benoemen.

Artikel 160

In de in artikel 159, onderdelen a, c en e, vermelde gevallen draagt de trustee bij zijn eindrekening en verantwoording alle tot het trustvermogen behorende goederen, overeenkomstig de voor elk van die goederen geldende regelen, over aan degene, die daartoe in de trustakte is aangewezen en bij gebreke van zodanige aanwijzing, aan de insteller of zijn rechtsopvolgers onder algemene titel. Ingeval ook deze ontbreken, dient de eindrekening en verantwoording te worden afgelegd aan de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten en dienen de overblijvende goederen te worden verkocht, met afdracht van de opbrengst daarvan aan het Land.

Afdeling 8 Openbaarmaking van de trust

Artikel 161

  1. De notaris te wiens overstaan de trustakte is verleden, is verplicht de trust in te schrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De inschrijving vindt plaats overeenkomstig de bepalingen inzake de inschrijving van een trust in het handelsregister. De notaris te wiens overstaan een trustakte wordt gewijzigd, is verplicht tot inschrijving van de datum van wijziging en, voorzover vereist, van de gewijzigde gegevens.
  2. De notaris te wiens overstaan een trust wordt herroepen, is verplicht tot inschrijving van deze herroeping.
  3. Ingeval de trust eindigt anders dan door herroeping of ontbinding door de rechter, is de laatst fungerende trustee verplicht daarvan mededeling te doen aan de Kamer van Koophandel ter inschrijving van de beëindiging in het handelsregister. Indien zulks niet binnen vier weken mocht zijn geschied, is iedere belanghebbende, na daartoe verkregen toestemming van de rechter in eerste aanleg, tot het doen van die mededeling bevoegd.

ARTIKEL II

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 88 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 88a

Artikel 88, eerste lid, onderdelen b tot en met d, is niet van toepassing op rechtshandelingen in hoedanigheid verricht door een trustee.

ARTIKEL III

Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt voor het overige als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:
    a. In het eerste lid wordt de punt aan het slot van onderdeel f vervangen door een puntkomma en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
    g. bij rechtshandelingen die ertoe strekken een goed onder een trustverband te brengen.
    b. Een lid wordt toegevoegd, luidende:
    7. Voor de toepassing van dit artikel is met de hoedanigheid van bestuurder, commissaris of aandeelhouder van een rechtspersoon gelijkgesteld de hoedanigheid van trustee, protector of begunstigde van een trust.
  2. Aan artikel 80, tweede lid, wordt toegevoegd: , alsmede door opvolging of toetreding als trustee.
  3. Artikel 94, derde lid, komt te luiden:
    3. Deze rechten kunnen ook worden geleverd door een daartoe bestemde akte, zonder mededeling daarvan aan de personen tegen wie die rechten moeten worden uitgeoefend, mits deze rechten op het tijdstip van de levering reeds bestaan of rechtstreeks zullen worden verkregen uit een dan reeds bestaande rechtsverhouding. De levering kan niet worden tegengeworpen aan de personen tegen wie deze rechten moeten worden uitgeoefend dan na mededeling daarvan aan die personen door de vervreemder of de verkrijger. Voor de verkrijger van een recht dat overeenkomstig de eerste zin is geleverd, geldt artikel 88 slechts, indien hij te goeder trouw is op het tijdstip van de in tweede volzin bedoelde mededeling.
  4.  Aan artikel 231 wordt een lid toegevoegd, luidende:
    3. De vordering waarvoor pand of hypotheek wordt gegeven, kan toekomen aan een ander dan de pand- of hypotheekhouder. In dat geval is zonodig het in deze titel bepaalde van overeenkomstige toepassing.
  5. In artikel 270, zesde lid, wordt “verkoopwaarden” vervangen door: verkoopvoorwaarden.

ARTIKEL IV

Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 87, derde lid, wordt “eigenaar” vervangen door: de eigenaar.
2. In artikel 111, onderdeel e, wordt “deeltijdappartementseigenaren” vervangen door: deeltijdappartementseigenaars.
3. In artikel 112, tweede lid, onderdeel a, wordt na “gebouw” ingevoegd: of de grond.
4. In artikel 115, tweede lid, wordt “solarium” vervangen door: het solarium.
5. In artikel 116, vierde lid, wordt “solarium” vervangen door: het solarium.
6. In artikel 119a wordt “deeltijdappartementseigenaren” vervangen door: deeltijdappartements-eigenaars.

ARTIKEL V

Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 107a, eerste en tweede lid, vervalt driemaal “(of salaris)”.

ARTIKEL VI

De Landsverordening toezicht trustwezen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, onder 2, wordt na “bestuurder” toegevoegd: of trustee.
2. In onderdeel a, onder 3, wordt “of bestuurder” vervangen door: , bestuurder of trustee.
3. In onderdeel d wordt na “rechtspersoon” toegevoegd: , een vennootschap, trust of natuurlijk persoon.

ARTIKEL VII

De Landsverordening Deviezenverkeer wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1, onder b, worden de woorden “vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen” vervangen door: vennootschappen en trusts.
2. In onderdeel 2, onder a, worden de woorden “vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen” vervangen door: vennootschappen, trusts.

ARTIKEL VIIA

Aan artikel 4 van de Algemene landsverordening Landsbelastingen wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Een trust wordt geacht zijn woonplaats in Curaçao te hebben, indien de trust:
a. volgens het recht van Curaçao is ingesteld,
b. op Curaçao is gevestigd, of
c. ingevolge de trustakte slechts één trustee heeft en deze in Curaçao woont of aldaar gevestigd is.
Of een naar buitenlands recht ingestelde trust is gevestigd in Curaçao wordt, indien het voorgaande niet van toepassing is, naar de omstandigheden beoordeeld.

ARTIKEL VIII

De Successiebelastingverordening 1908 wordt als volgt gewijzigd:
1 Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
“rechtspersoon” wordt vervangen door: lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen.
2. Aan artikel 56 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 8˚ door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
9˚. hetgeen door een begunstigde wordt verkregen van een trust als bedoeld in titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of naar soortgelijk buitenlands recht.
3. Aan artikel 61 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid wordt bij een verkrijging door een trust als bedoeld in titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of naar soortgelijk buitenlands recht de belasting geheven naar een tarief van 25%.

ARTIKEL IX

De Landsverordening op de winstbelasting 1940 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt na “is verdeeld,” ingevoegd: trusts,
b. In onderdeel c wordt na “is verdeeld)” ingevoegd: en trusts.
2. Onderdeel 2 komt te luiden:
2. Artikel 1B wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste, vierde, vijfde en zesde lid wordt steeds na “stichting particulier fonds” ingevoegd: “of trust als bedoeld in titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of naar soortgelijk buitenlands recht”.
b. In het derde lid wordt na “stichting particulier fonds” ingevoegd: of trust.
3. De punt aan het slot van artikel 2, eerste lid, onderdeel i, wordt vervangen door een puntkomma.
4. Na artikel 2, eerste lid, onderdeel i, wordt er een onderdeel toegevoegd, luidende:
j. de winst van een trust als bedoeld in titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of naar soortgelijk buitenlands recht, tenzij deze winst voortvloeit uit bedrijf.

ARTIKEL X

De Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:
1. De opbrengst van rechten op periodieke uitkeringen omvat onderstanden,
lijfrenten, alsmede de verschuldigde verstrekkingen van levensonderhoud, huisvesting of andere zaken, in het algemeen, alle verschuldigde uitkeringen en verstrekkingen, niet aan een ambt of dienstbetrekking verbonden.
2. Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In geval de periodieke uitkeringen afkomstig zijn van een stichting particulier fonds of van een trust als bedoeld in titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of naar soortgelijk buitenlands recht wordt de terzake van de verkrijging door de stichting particulier fonds of trust betaalde successiebelasting als prestatie aangemerkt. Bij meerdere begunstigden kan de Minister bij ministeriële regeling met algemene werking regels geven voor de toerekening van de betaalde successiebelasting aan de begunstigden.
3. Aan artikel 11, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 3˚ door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
4˚. Eenmalige uitkeringen en verstrekkingen die worden ontvangen van een stichting particulier fonds of trust als bedoeld in titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of naar soortgelijk buitenlands recht. Eenmalige uitkeringen en verstrekkingen die de tegenwaarde van een prestatie vormen, worden slechts belast voor zover zij de waarde van de prestatie te boven gaan. De terzake van de verkrijging door de stichting particulier fonds of trust betaalde successiebelasting wordt als prestatie aangemerkt. Bij meerdere begunstigden kan de Minister bij ministeriële regeling met algemene werking regels geven voor de toerekening van de betaalde belasting aan de begunstigden.

ARTIKEL XI

De Handelsregisterverordening wordt aldus gewijzigd:
1. Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:
1. Er is een handelsregister, waarin ondernemingen, rechtspersonen en trusts worden ingeschreven overeenkomstig het bepaalde in deze landsverordening.
2. Artikel 3, vierde en vijfde lid, komt te luiden:
4. Het bepaalde in het derde lid is van overeenkomstige toepassing op in Curaçao gevestigde buitenlandse rechtspersonen.
5. Indien aan een stichting of stichting particulier fonds, een vereniging of een trust een onderneming toebehoort die als zodanig overeenkomstig dit artikel moet worden ingeschreven, geldt de inschrijving van de onderneming tevens als inschrijving van de stichting, de stichting particulier fonds, de vereniging of de trust.
3. Na artikel 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

In het handelsregister worden ingeschreven trusts, als bedoeld in titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
4. Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:
2. Tot het doen van opgave ter inschrijving in het handelsregister van een rechtspersoon en deponering van een authentiek afschrift van de akte en statuten of van een wijziging daarvan, is naast de bestuurders van de rechtspersoon tevens verplicht de notaris ten overstaan van wie de akte is verleden. Tot het doen van opgave ter inschrijving in het handelsregister van een trust en deponering van een authentiek uittreksel van de trustakte, bevattende tenminste de datum van instelling van de trust, de benaming van de trust en de persoonlijke gegevens van de trustees of van een wijziging daarvan is naast de trustee, tevens verplicht de notaris ten overstaan van wie de akte is verleden. In het uittreksel wordt tevens vermeld de doelstelling van de trust, zijnde de aanwijzing van een begunstigde of een bepaald doel, zonder dat de begunstigde of het doel nader behoeft te worden aangeduid.
5. [vervallen]
6. Artikel 14, eerste lid, komt te luiden:
1. Bij de eerste inschrijving van een onderneming, rechtspersoon, trust of nevenvestiging en vervolgens jaarlijks na het jaar van inschrijving, zijn voor elke ingeschreven onderneming, rechtspersoon, trust of nevenvestiging aan de Kamer van Koophandel verschuldigd, op grondslag van het in de onderneming, rechtspersoon, trust of nevenvestiging aanwezige eigen vermogen, de door de Kamer van Koophandel vast te stellen bedragen, die nimmer minder dan de in de navolgende schalen genoemde minima, noch meer dan de in deze schalen genoemde maxima bedragen. De overige bepalingen in dit artikel en in de artikelen 17, 18, 19 en 21 met betrekking tot rechtspersonen, zijn van overeenkomstige toepassing op de trust.
6a. Het derde lid van artikel 14 komt te luiden:
3. Ter bepaling van de grondslag voor de toepassing van de schaal van het tweede lid, is degene die tot het doen van opgave ter inschrijving in het handelsregister verplicht is, gehouden aangifte te doen van het eigen vermogen van de onderneming, de rechtspersoon, de trust of nevenvestiging met uitzondering van de in artikel 15 bedoelde ondernemingen, rechtspersonen, stichtingen, stichtingen particulier fonds, verenigingen en trusts.
7. Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

De in Curaçao gevestigde rechtspersonen en trusts die een ontheffing hebben als bedoeld in artikel 19 van de Landsverordening Deviezenverkeer, alsmede stichtingen, stichtingen particulier fonds, trusts en verenigingen, waaraan niet een onderneming toebehoort als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, worden ingedeeld in schaal 4 als bedoeld in artikel 14, tweede lid.

ARTIKEL XII

Deze landsverordening wordt aangehaald als: Landsverordening trust.

ARTIKEL XIII

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van uitgifte van het Publicatieblad waarin de afkondiging is geschied.

Naar boven